Beeldentaal

Altijd blijft de dichter zoeken naar precies dat ene woord
Zonder taal is er geen leven, niemand die hem dan nog hoort
Anderen zwijgen, maar verstaan de beeldentaal
In hun handen ligt de wereld als een woordenloos verhaal.

Met dank aan:

Janneke Dorrepaal
Willy Gramberg
Ylonda Nanlohy
Huib Spoorenberg

Willy_2.jpg
Willy Gramberg

Het hoge land
Nu jouw naam bezongen wordt
door de engelen daarginds
eindigt het lied, dat ik voor je zing.
Vergeef me de woorden, vergeef me de schijn
de liefde, die altijd te weinig moest zijn.

Je vluchtte naar het hoge land, waar
boven de woorden, boven de schijn
adem en tijd voor je dromen zal zijn.
Mijn wereld zal blijven, de leegte, de pijn
het levend verlangen om bij je te zijn.

Janneke_1.jpg
Janneke Dorrepaal

Sonnet voor een zusje
Als ze opsteeg naar de zon vonkte vreugde in het brein
Tot zij zich de vleugels brandde en weer terugviel in de pijn
Ze kroop dan in mijn koele armen, ik hield urenlang de wacht
tot zij eindelijk weer terugkwam uit een depressieve nacht.

Ze sleurde mij van hot naar her, naar de hemel, naar de hel
Waar het heenging werd bepaald door een zieke hersencel
Op een ochtend werd ze wakker. Ze zei dat ze op reis zou gaan
en ik vroeg nog, voor de grap, ligt dat land hier ver vandaan?

In haar ogen lag de rust van een vredig visioen
Nee hoor, zei ze, heel dichtbij. Kijk eens naar die heuvelrij
Daarachter bloeien wilde rozen, velden vol, alleen voor mij!

Arme, lieve, dwaze meid! Nu je dood bent wil ik hopen
dat je echt bent doorgelopen tot voorbij het laatste duin
waar je eindelijk mag rusten in je eigen bloementuin.

Yolanda_3.jpg
Ylonda Nanlohy

Aanvaarding
Zweven…zinken...niet meer zijn…alleen nog maar die ene wens
dat ik met je mee mocht lopen tot voorbij de laatste grens
Mensen riepen: kom terug…maar ik wou hen niet verstaan
Hoe kon ik nog verder leven toen mijn wereld was vergaan?

Al die lege, holle woorden, hun adviezen, goede raad
vielen in het zwarte gat, dat de dood in het leven slaat
Toen de wereld eindelijk zweeg vluchtte ik in stille rouw
en het koppige verdriet om een leven zonder jou.

Tot jij weer begon te spreken, zacht maar duidelijk als voorheen
Luister eens, mijn lieve schat (ik wist precies hoe laat het was)
Geef je zelfs, nu ik dood ben, mij de schuld van jouw geween?

Toen ik leefde had het nut, kreeg je veel te vaak je zin
Maar ik speel al lang niet mee, loop voor eeuwig uit de pas
Hou dus op met dat geklaag want ik trap er niet meer in.

Foto_4.jpg
Huib Spoorenberg

Ontmoeting
Vreemd dat in zo’n kort moment, midden in een dronken kroeg
in jouw blik het antwoord ligt op iets, waar ik je niet om vroeg
Want hoe zou ik durven hopen op een teken zonder taal
nu om ons heen de nacht verzuipt in lege woorden en kabaal.

Maar jouw glimlach hult mij even in een zilveren duisternis
waarin ik mijzelf zie staan; het kind, dat nooit verdwenen is
Mijn gedachten dwalen weg naar mijn jeugd en naar het land
waar ik eens te veel verloor uit mijn kleine meisjeshand.

En de vrouw, die ik nu ben, zwijgt en slaat de ogen neer
naakt en weerloos staat zij daar, want er zijn geen woorden meer
Desondanks is er geen schaamte, want het is of jij me kent
en mij nimmer zult verleiden tot een uitleg wie ik ben.

Liefdestijd
Nu het vuur van deze brand
is gedoofd in morgendauw
wijkt de leeggedroomde nacht
voor de eerste nieuwe dag
die zich zorgeloos beweegt
op de adem van de tijd.

Nu de as van deze brand
zich verstrooit in morgenlicht
wijkt de leeggewoelde nacht
voor de eerste nieuwe dag
dat het leven zich ontfermt
over nieuwe liefdestijd.

Nelly_1.jpg
Nelly Vogler

De wereld is een schouwtoneel
Als het leven spelen is zal ik spelen dat ik leef!
In een stuk à l'improviste, soms een drama, soms een klucht
Uiteraard heb ik de hoofdrol en er is geen regisseur.

Ingewikkeld is het wel. Vaak verdwaal ik in een plot,
waarin de waarheid schaamteloos wordt uitgekleed of weggespeeld.
Gisteren werd ik uitgejouwd, morgen is er weer applaus.

Hoe geniet ik van mijn rol in die komische tragedie
van de nagebootste vreugde, van de niet gevoelde pijn
Door het spelen zal ik leren wie ik werkelijk wil zijn!

Yolanda_4.jpg
Ylonda Nanlohy

Jeugdvriendin
Een zaaltje vol geroezemoes, op de achtergrond muziek
Fotoalbums, veel verhalen, opgeklopte vrolijkheid
Ik herken ze, schrik me dood. Oud geworden die Mariek!
Maar haar stem klinkt nog precies als in onze meisjestijd.

Kijk eens! lacht ze opgewekt, dat is Meester Prikkebeen!
En oh! Die lieve blonde leraar, altijd chaos en jolijt
De arme kon geen orde houden en wat waren wij gemeen!
Hopelijk heeft-ie het ons vergeven, pokkenpubers in die tijd.

Weet je nog die leuke feestjes, strandterrasjes, zomerweer?
Die bikini heb ik nog, maar ze is mij nu te wijd
Kijk, hier staan wij bij de Rex, die bestaat helaas niet meer
Al die films die we zagen, ’s winters was het spijbeltijd.

Facebook hadden wij niet nodig, alleen een schriftje en een pen
Het is alles wat ik heb, wil het voor geen goud meer kwijt
Als ik ’s nachts niet slapen kan, bang om wat ik nu nog ben
Vind ik toch een beetje troost in mijn dagboek uit die tijd.

Haar gedweep met het verleden vult mij met melancholie
Ze kijkt me onderzoekend aan, constateert een pijnlijk feit:
We zijn behoorlijk oud geworden, dat zie je op zo’n reünie
Toch ben ik blij dat jij er bent, mis je al zo’n lange tijd.

Op de vraag wat zij nu doet zegt ze kalm en bedaard
Ik heb kanker en ga dood. Zeg nou niet dat het je spijt
Want echt, het is nog niet te laat. Ook al zijn we nu bejaard
Laten wij nog één keer teruggaan naar die mooie meisjestijd.

IMG_0441.nelly.1.jpg
Willy Gramberg

Mama
Nu de meeste van haar dagen zijn gestold in het verleden
is ze soms totaal vergeten hoeveel kinderen ze heeft
Wat ze gisteren heeft gegeten, wie dat leuke kaartje schreef.

Maar ze weet nog heel precies hoe die knappe jongen heette
Thomas was verliefd op haar! Soms dan kleedt zij zich weer aan
voor de kermis op het plein, waar zij straks naar toe zal gaan.

Breekbaar zit ze in haar stoel, als een porseleinen popje
Tere schoonheid, aangelicht door het laatste avondrood
Alsmaar langer wordt de schaduw van de naderende dood.

Maar ze gaat nog naar de kapper en haar nagels zijn gelakt
Precies om acht uur het journaal, tv staat trouwens altijd aan
Ze weet wie onze koning is, maar niet haar eigen meisjesnaam.

Ze kijkt me aan en vraagt bezorgd: ‘Wie past er op de jongetjes?’
Het heeft geen zin om uit te leggen dat het nu al mannen zijn
‘Oh, die zijn nog in de crèche.’ Mama knikt en vindt dat fijn.

Met een ijle hoge stem zingt ze oude kinderliedjes
in haar schemerende geest dwaalt een kind dat ik niet ken
‘Mama,’ zeg ik, maar ze lacht en denkt dat ik haar moeder ben.

Huib_verkleining_2.jpg
Huib Spoorenberg

Writer's block
Opgesloten in mijzelf wacht ik stil, bewegingloos
tot mijn ziel wordt aangeraakt door een streling van de taal
door de stem van een gedicht, een idee, een enkel woord
Ach, hoe lang al werd de muze in dit huis niet meer gehoord!

Aan de ramen plakt het vuil van een stad die verder leeft
troebel uitzicht dat vervaagt in een waas van ledigheid
Heel de wereld wordt bedekt met een laag verdorde taal
niemand leert me nieuwe woorden, nergens fluistert een verhaal.

Binnen hangt een zure geur, inkt die uit de muren druipt
spreidt zich als een zwarte vlek op het lange wachten uit
Grijze regen van verveling druppelt op het denken neer
opgesloten in mijzelf wacht ik op haar wederkeer.

Yolanda_5.jpg
Ylonda Nanlohy

Schuld en vergeving
In een nog beademd uur staart een oude zieke man
naar het onbekende land voorbij de laatste horizon
Binnen de verweerde muren van zijn uitgewoonde geest
dwaalt een leger dode mensen die hij niet beminnen kon.

Behalve dan die ene hoer met het engelengezicht
In haar ogen lag vergeving, in haar armen vond hij rust
en was er geen herinnering. Altijd als hij haar verliet
was de schuld die in hem brandde, door de liefde afgeblust.

Maar de doden wijken niet, in een onverwachte woede
wervelt een orkaan van beelden rond het stille geestesoog
Soms herkent hij de gezichten van zijn oude kameraden
figuranten in een spel, dat hen keer op keer bedroog.

Uit de hoge rode hemel vallen dode kinderen neer
aan de wolken kleeft de rook van een felle oorlogsbrand
Door de leeggeroofde landen trekken pelgrims en soldaten
zwijgend kijkt een oude man naar zijn bloedbesmeurde hand.

Daarmee schreef hij zelf de regels van een ongerijmd gedicht
over wreed verminkte lijken in het modderige zand
over aangerande onschuld, over het gestolen kind
dat hij meenam op zijn tocht naar het woeste drakenland.

Nu zijn naam wordt uitgewist, zelfs de duivel hem verlaat
vlucht de zuurgeworden spijt uit zijn mummelende mond
Langzaam dooft de wereld uit, in een haast bevroren stilte
wacht de dood geduldig af tot het fluisteren verstomt.

Met zijn bijna blinde ogen schouwt de oude zieke man
in het gouden vredesland voorbij het aardse schemerlicht
In zijn opgebrande hart vonkt nog eenmaal het verlangen
naar de liefdevolle hoer met het engelengezicht.

Foto_7.jpg
Huib Spoorenberg

De dictator
Zwelgend in de zoete weelde van gestolen overvloed
deelde hij zijn rijke dis met de vrienden die hij had
Eendagsvliegen, goed genoeg om te toosten op het kwaad
in hun glinsterende ogen reeds de schaduw van verraad.

Onder hen de dobbelaars. In de jacht op groot gewin
was geen inzet ooit te hoog, had je pech dan was je dood
Dronken dansers, balancerend op het strakgespannen koord
tussen hoogbezworen trouw en het breekbaar mensenwoord.

Sinds hun handen leerden grijpen naar het vluchtige moment
viel de eeuwigheid aan scherven, spiegelde het rode licht
zich in het gebroken glas van de leeggedronken tijd
Vul de bekers! riep de nar. Op een leven zonder spijt!

Schaamteloos, met luide stem, spoog de bard zijn verzen uit
slierten uitgebraakte taal, door de honden opgelikt
Deinend op haar geile heupen golfde wellust door het slot
en bedwelmde de rede met de geur van het genot.

Maar de koning op zijn troon rook de stank van het gevaar
uit de zoetgevooisde monden van zijn valse vriendenschaar
Buiten hing de zwarte nacht boven een vijandig land
Wie van zijn vertrouwelingen had de dolk al in zijn hand?

Terwijl de tijd werd weggedraaid in een wervelende dans
stond voor hem de wereld stil in de witverglaasde blik
van een vreemde oude man. Elke avond was hij daar:
onder aan de hoge trap zat een blinde bedelaar.

Na de nacht van het verraad hing het vale morgenlicht
onder asvergrauwde wolken boven het verkoolde land
Stilte rond de kale graven, wie nog leefde sprak niet meer
Op de bloedbedropen troon zetelde een nieuwe heer.

Voor de mensen in het land maakte het geen donder uit
in het hoge vorstenhuis klonk al gauw weer feestgedruis
Laat ons drinken, riep de nar, op uw mooie koningin
op uw glorie en geluk, op uw trouwe vriendenkring!Een nieuwe tijd was aangebroken, het verleden uitgewist
Maar de toekomst stond te lezen in de witverglaasde blik
van een vreemde oude man. Elke avond was hij daar:
onder aan de hoge trap zat een blinde bedelaar.

Nelly_2.jpg
Nelly Vogler
 

 

Oorlogsmoeder
Zwanger van een schandekind, vervloekte zij het zwarte zaad
van een duivel die verstopt zat in het lijf van een soldaat.
Aan zijn schouder een geweer, om het hoofd een rode band
Hij noemde haar een gore hoer, bloedend lag zij in het zand.

Ze kende hem, een slavenkind aan de rand van haar bestaan
een onbeduidend stinkend joch, zonder rechten, zonder naam
Zij woonde in het witte huis, was gekleed in zijde en kant
Hij liep op zijn blote voeten door het modderige land.

Haar vader zei: Zo is het goed, zo heeft God het ook gewild.
Toen het huis in vlammen opging, de familie neergemaaid
werd de woede en de wraak in haar lichaam uitgezaaid.

En toch, zij kan er niets aan doen, ondanks oorlog en geweld
voelt zij soms een sprankje liefde voor het ongeboren kind
leeft in haar de stille hoop, dat zij in hem de vrede vindt.

Foto_8.jpg
Huib Spoorenberg

Godsdienstfanaat
Zalig hij, die vast gelooft in de Waarheid van het Woord
Ziek van eigen heiligheid knielend zijn gebeden braakt
In het harnas van de haat de Regels van het Boek bewaakt
en met bloedbevlekte handen op weg is naar de hemelpoort.

Het hemels oordeel heeft geluid
Hij ademt in en schreeuwt het uit
Gehoorzaam aan die Ene Heer
schiet hij zijn eigen vrienden neer.

Hopelijk blijft hij vast geloven in de Waarheid van het Woord
Want hoe zielig zou het zijn voor zo’n arme heilssoldaat
Als hij nu al zou ontdekken, dat zijn hemel niet bestaat
en de doden op hem wachten aan zijn eigen hellepoort.

Yolanda_1.jpg
Ylonda Nanlohy

De maîtresse
Stiekem werd ik weggemoffeld in de duistere coulissen
van jouw leven in het licht. Terend op de droge kruimels
van gestolen liefdesbrood warmde ik mijn koude handen
aan de vlammende juwelen waarmee men de zonde tooit.

Thuis mocht ik getuige zijn van jouw leven in een wereld
vol bombarie en gebluf. Ook de vrouw die naast je stond
hield de mythe graag in stand. Jullie waren het bewijs:
macht, fatsoen en ook de liefde gaan wel degelijk hand in hand.

Maar het sprookje ging voorbij, je nam afscheid van het leven
Staande aan je stille graf loopt mijn hart nog één keer leeg
Zie! De aarde kleurt zich rood en het regent zwarte tranen
Laat mijn onvervulde liefde met jou slapen in de dood.

vaas.3.jpg
Nelly Vogler

Ons bestaan heeft geen andere grond en bodem dan het wegzwevende heden (Arthur Schopenhauer)

Worden
Onbewust nog van de tijd ligt het leven stil te wachten
tot het voor een kort moment in de wereld nwordt gelokt
Een ademtocht, meer is het niet, haastig wordt het hier en nu
door het gulzige verleden buitgemaakt en opgeslokt.

Je ademt in en ademt uit, niet beseffend dat je leeft
in de telkens nieuwe tijd na een weggezweefd moment
In een eindeloze keten rijgt het worden zich aaneen
wat je was zal altijd wijken voor degene die je bent.

Eeuwigheid
Als een zwijgende belofte ligt de toekomst diep verzonken
in een onbewogen slaap. Pas als tijd zich overgeeft
en verdwijnt in het verleden komt het heden aangezweefd.

Eeuwigheid valt niet te meten, want in wezen staat zij stil
Eén seconde komt tot leven, maar is zo weer weggekaapt
Is voorbij en wordt vervangen door de tijd die nú ontwaakt.

Foto_3.jpg
Huib Spoorenberg

Taal
Een verzonken continent, de miljarden levensdraden
in het weefsel van de tijd, echo's uit een ver verleden
De geboorte van een koning, het mysterie van de graal
de historie ligt geborgen in de menselijke taal.

Om het leven vast te grijpen wordt de volheid van het zijn
minutieus genotuleerd, gemodelleerd in maat en rijm
Zelfs de duivel wordt onthaald op een dodelijk avondmaal
wens en waarheid smelten samen in de tover van de taal.

Alles wat de mens beroert wordt bezongen en beschreven
maar de bron van het bestaan blijft een onbekend gegeven
Als een wervelende orkaan cirkelt eeuwig ons verhaal
rond een kern van pure stilte, ontoegankelijk voor de taal.

Koningin_3.3.resized.jpg
Nelly Vogler

Zijn
Soms ontsnapt er aan het denken een besef van werkelijkheid
sta je plotseling oog in oog met dat ene, zuivere beeld
dat zich opricht in de ruimte van een stil geworden geest.
Even komt de ziel tot rust en hervindt zij haar vertrouwen
in dit kreupele bestaan. Wetend dat zij wordt gekend
in een leven dat geleefd wordt door degene die je bent.

Seizoenen
Door de kou verdoofde akkers, lege lucht, onttakeld land
verkrampte onbeweeglijkheid, februari, tussentijd
Ook al lengen reeds de dagen, koppig houdt de winter stand.

Hij balt zijn oudemannenvuist, in een machteloos verzet
rolt de woede naar omlaag: half gesmolten hagelstenen
natte sneeuw en boze buien, een verwaaide regenvlaag.

Vogels zijn al opgestegen, hoor! Dat gonzende geruis!
Of er nooit verzet bestond tegen het ontluikend groen
zullen zij hun nesten bouwen, het noorden is hun zomerhuis.

Het dode blad wordt nieuwe aarde, al het oude zal vergaan
Ongeduldig wacht de lente om te worden opgenomen
in de cirkel van beweging rond het eeuwige bestaan.

Foto_1.jpg
Huib Spoorenberg

Stilte
Hoeveel kromgetrokken vingers hebben zich beijverd
voor het schrijven van de wet? Hoe vaak werd in naam van God
moord en doodslag rechtgezet? Mythen met een eeuwig leven
schaamte die werd weggeschreven, met een leugen toegedekt.

Hoeveel mensen zijn verkoold in het vuur van het geloof?
Waarom wordt er zo geschreeuwd, is de hemel ook al doof?
Waarom doden we elkaar om dat éne ware woord?
Hoeveel bloed moet er nog vloeien voor de stilte wordt gehoord?

Janneke_2.jpg
Janneke Dorrepaal

Verstand
Ach, mijn lieve kleine kind, zeg me wat ik nog kan doen
vóór de wereld van je eist dat jij de onschuld overwint
‘t Is nog voorjaar in de tuin, vlijtig graaf je in het zand
Is het ernst? Zoek je spelend naar de wortels van verstand?

Ach, mijn lieve kleine kind, schuil maar weg en luister niet
naar de steenverharde woorden van de rede, die het wint
Laat de wereld maar de wereld, laat ze vechten om het land
laat je nooit veroordeeld weten door hun wet op het verstand.

Ach, mijn lieve kleine kind, zou ik nog wel van je houden
als je eenmaal bent geworden net als ik en iedereen?
Tamme sufferds in een kooi, veren netjes gladgekamd
naar het leven koekeloerend door de tralies van verstand.

Foto_5A.jpg
Huib Spoorenberg

Bidden
Hoe verlang ik naar het kind dat nog rustig slapen kon
in het simpele vertrouwen dat de wereld werd bewaakt
door een goudgelokte engel, die het Onze Vader zong.

Nu haar brede vleugelslag niet meer door de nachten ruist
en ik nauwelijks slapen kan door de angst, die in mij bruist
dringt geen enkel troostend woord uit de hemel tot mij door.

In mijn zweterige handen ligt een levenloos gebed
in mijn hart geen spoor van hoop dat de wereld wordt gered
door een God die zwijgend toeliet dat ik mijn geloof verloor.

Hoe verlang ik naar de tijd toen het kind nog bidden kon
Naar het simpele vertrouwen dat de wereld werd bewaakt
door de goudgelokte engel die het Onze Vader zong.

Willy_1.publicatie.resized.jpg
Willy Gramberg

Kindertijd
Spelend in herinnering aan het nieuw beloofde land
speurt het kind naar stille tekens aan een onbeschreven wand
Nog gevangen in de cirkel van een schuldeloos bestaan
ligt een niet te duiden wonder, zonder oorzaak, zonder naam.

Ruiselsuizend stroomt de vreugde uit een onbekende bron
langs de oevers van een lente die zo vreugdevol begon
Zoutig prikkelend strijkt het licht langs een onverdikte huid
als een kleine wilde rover maakt het kind de golven buit.

In zijn ogen zweeft de wereld, vrijgesproken van het woord
tot de rede binnensluipt en het denken wordt gehoord
Niets vermoedend meegelokt door de stem van het verstand
vergeet het de herinnering aan het nieuw beloofde land.

Yolanda_2.jpg
Ylonda Nanlohy